zaterdag, 3 augustus 2013

Uit het boek der psalmen
36, 2-5


De zonde spreekt tot de goddeloze, diep in zijn hart;
angst voor God kent hij niet.
De zonde sust zijn geweten in slaap;
geen besef van schuld,
geen afkeer van het kwaad.


Hij spreekt woorden van onheil en bedrog
en blijft ver van wat wijs en goed is,
op zijn bed bedenkt hij verderfelijke plannen,
hij betreedt een verkeerde weg
en het kwade verwerpt hij niet.

1 opmerking:

  1. de goddeloze heeft het toch wel gemakkelik als wij zonde(n(
    doen voelen wij ons zeer bezwaard ik spreek nu majestatis pluralis
    wij hebben wel besef van schuld en sussen ons geweten niet in slaap.... ga dan toch biechten... ja gemakkelijk advies maar daar hebben wij het gevoel *uitgehoord* te worden.Hoe danook hebben wij toch medelijden met de goddelozen en bidden dat ze tot inkeer
    komen maar ja vergeet de rol van de duivel niet!!!

    BeantwoordenVerwijderen