Mogelijkheid tot delen met betrekking tot het Dagelijks Bijbelcitaat
zondag, 16 november 2014
Uit de eerste brief van Petrus 4,
10 Laat
ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen
daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven
betaamt.
Goede morgen, bezoeker van deze site Is het uw gave om water te putten aan de bron die elke dorst definitief kan lessen ?
ik ben dankbaar. gisteren kreeg ik een geschenk - zo zacht ! En ook vandaag komt de zon weer op ik weet niet of dankbaarheid een emotie is of een talent maar ik deel het graag met je Goede morgen medemens !
Heer Jezus, Gij schenkt mij zoveel goede gaven, niet opdat ik deze voor mezelf zou houden, maar juist omdat ik er goed mee zou doen voor mijn naaste. Mijn liefde en gegevenheid moet groter worden. Al het ‘goede’ dat ik heb gekregen wilt Gij ‘beter’ laten worden. Niet om er uiterlijke mee te pronken, maar om jouw er mee te prijzen en te danken. Hoe meer ik mezelf geef aan de ander en me voor hen inzet, des te meer zult Gij mij de nodige gaven geven. Maar blijf ik lui, op mezelf gericht dan zal ik mezelf laten wegkwijnen en minder gelukkig zijn. Dank U Jezus, voor al het goede dat Gij mij geeft, help mij er vruchtbaar mee om te gaan.
Goede morgen, bezoeker van deze site
BeantwoordenVerwijderenIs het uw gave om water te putten aan de bron die elke dorst definitief kan lessen ?
ik ben dankbaar.
gisteren kreeg ik een geschenk - zo zacht ! En ook vandaag komt de zon weer op
ik weet niet of dankbaarheid een emotie is of een talent
maar ik deel het graag met je
Goede morgen medemens !
In een wereld die de stempel draagt van de angst,is dankbaarheid een vorm van apostolaat geworden.
VerwijderenJa het is volgens mij zeer zeker een gave om water te putten aan de Bron die elke dorst wil lessen en die de mensen dolgelukkig wil maken.
Heer Jezus, Gij schenkt mij zoveel goede gaven,
BeantwoordenVerwijderenniet opdat ik deze voor mezelf zou houden,
maar juist omdat ik er goed mee zou doen voor mijn naaste.
Mijn liefde en gegevenheid moet groter worden.
Al het ‘goede’ dat ik heb gekregen wilt Gij ‘beter’ laten worden.
Niet om er uiterlijke mee te pronken,
maar om jouw er mee te prijzen en te danken.
Hoe meer ik mezelf geef aan de ander en me voor hen inzet,
des te meer zult Gij mij de nodige gaven geven.
Maar blijf ik lui, op mezelf gericht
dan zal ik mezelf laten wegkwijnen en minder gelukkig zijn.
Dank U Jezus, voor al het goede dat Gij mij geeft,
help mij er vruchtbaar mee om te gaan.