dinsdag, 18 februari 2014

Uit de eerste brief van Johannes
1, 5b-6


God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis.
Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn
terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we
en leven we niet volgens de waarheid.

15 opmerkingen:

  1. Hoe moeten we omgaan met de begeerte die in ons binnenste opkomt ?
    Als we haar verborgen houden, dan leeft ze in ons als onze schaduwkant
    Als we haar aan het licht brengen, geven we haar dan voeding en aandacht en komen we dan nog meer in bekoring ?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Oplettend zijn is de boodschap,begeerte komt niet zo snel vanzelf op,als we geen voeding zoeken in alles wat er aangeboden wordt op internet enz

      Mijn pc is maagdelijk zuiver ,nog nooit iets opgezocht wat begeerte kan opwekken.

      Verbonden leven met de Heer ,door gebed en goede werken.

      Verwijderen
    2. de kat niet bij de melk zetten, akkoord
      maar soms komt de melk zélf tot bij de kat
      En daarover schrijft Jacobus :
      Iedereen komt in verleiding door zijn eigen begeerte, die hem lokt en meesleept. Gelukkig is de mens die in de beproeving staande blijft

      Verwijderen
    3. Mensen zijn altijd meesterlijk geweest in het afwentelen van hun schuld op anderen, zelfs op God. Jakobus zegt het ons duidelijk: God stelt niemand aan verleiding bloot. Wie toch verleiding kent moet gaan kijken naar zijn eigen begeerte die hem meesleept.

      Verwijderen
  2. veroordeel uw begeerte niet, hij komt en gaat, maar voel de vrijheid er niet aan toe te geven.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Klopt het, Stefan, dat ge de begeerte als 'hij' (mannelijk) beschouwt
      alsof het een geest is, die in en uit gaat
      zoals in de volkstaal gezegd wordt : "mijnen duvel is nog niet dood" ?

      Verwijderen
  3. Ge kunt geen twee heren dienen, het licht en de duisternis.
    Want de duisternis verdraagt het licht niet.
    Wil ik met de Heer verbonden blijven,
    dan moet ik leven in Zijn licht.
    Niets te verbergen hebben,
    open en eerlijk van hart, in al mijn doen en laten.
    Kies voor het goede, voor Zijn licht die alle duisternis overwint!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Voel de vrijheid om niet aan de begeerte toe te geven
    Dat is een mooie uitdaging
    Als een mens bekoord wordt en brandt van begeerte
    dan is er in hem een innerlijke spanning
    De psychologen en neurologen hebben dit wellicht onderzocht
    Stressreductie wordt als aangenaam ervaren
    Niet toegeven, en dus met de stress blijven zitten, is onaangenaam
    Dat kan ik inderdaad voelen
    Dat uit-houden, volhouden...
    en niet vlug iets doen dat het licht niet mag zien

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. hey manne, bedoelde aftrekke ?
      of ies paseere in de rosse buurt ?
      ons heer wierp me geen steene

      Verwijderen
    2. Jezus veroordeelde de overspelige vrouw inderdaad niet
      En misschien zou Hij in onze tijd ook de prostitués niet veroordelen, noch hun klanten, noch de mensen die zichzelf bevredigen.
      Misschien zou Hij zelfs aan de verkrachter die berouw heeft vergiffenis schenken
      Maar Hij zei ook "ga en zondig voortaan niet meer"
      Hij schenkt ons 7 x 70 keer terug het licht,
      verbonden met Jezus kan ik de goeie weg gaan : in het licht

      Verwijderen
  5. Dit gesprek, in de periode tussen Valentijn en Vasten, roept die vraag in herinnering die aan Jezus gesteld werd : "waarom vasten uw leerlingen niet ?"
    Jezus zei : zolang de bruidegom er is, zullen z'n vrienden niet vasten
    maar als de (verbondenheid met de) bruidegom er niet meer is, dan zullen ze vasten

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Merkwaardig gesprek vandaag, naar aanleiding van dit citaat en de lezing uit Jacobus
    Het gebeurt zelden dat op deze bloch geschreven wordt over begeerte ( terwijl in de kerk de laatste jaren toch veel seksuele schandalen aan het licht kwamen )
    Schreef Paulus niet dat het beter was om te huwen dan (celibatair blijven) te branden ?

    BeantwoordenVerwijderen
  7. er is een zen-verhaal over begeerte en vrijheid
    2 monniken waren onderweg en kwamen aan water. Daar stond een mooie jonge vrouw.
    Eén monnik nam haar op en droeg haar over de bergstroom.
    Zijn broeder monnik had het gezien, wist dat zo'n contact verboden was, en liep zwijgend na te denken. Innerlijk broeide er iets in hem. Na enkele uren kwam het eruit : "Je bent een monnik. Je had die mooie vrouw niet mogen aanraken !"
    De beschuldigde monnik antwoordde kalm : "ik heb haar gedragen ja, en haar neer gezet aan de overkant. Maar gij draagt haar nog altijd mee."

    Dit verhaal toont aan dat de begeerte woelt in de duisternis van ons innerlijk.
    Maar als wij durven in gesprek gaan, dan komt de waarheid aan het licht.

    De steniging van een overspelige vrouw is een duistere praktijk : wie met stenen gooit is gefrustreerd en projecteert (onbewust) zijn eigen begeerte in de andere. Door het zwart schaap te vermoorden versterkt men het taboe voor zichzelf.
    Als we ondertussen naar God verwijzen, dan liegen we

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Is verlossing mogelijk tijdens ons leven ?
    Of blijft de beproeving een mensenleven lang ?

    BeantwoordenVerwijderen
  9. "Kunt u al iets zien?"

    Zo zag ik dat God blij is dat Hij onze vader is, en onze moeder, en de echtgenoot van onze ziel, zijn lieve gemalin. Christus is blij dat Hij onze broeder, Jezus dat Hij onze redder is. …


    Want heel dit leven lang dragen we in ons binnenste een wondere mengeling van wel en wee. Daar huist immers niet alleen Christus Jezus, onze verrezen Heer, maar ook het kwaad en het onheil veroorzaakt door de val van Adam. …Door de val van Adam vertoont ons gemoed diepe barsten van allerlei slag: door zonden en allerhande miserie die verduisterend werken. Het maakt ons zo blind dat we nauwelijks nog een steunpunt vinden. Toch blijven wij in onze wil op God wachten, met gelovig vertrouwen op zijn barmhartigheid en zijn genade. Hijzelf bewerkt dit in ons. En in zijn goedheid laat Hij ons verstandelijk oog dan opengaan, zodat we zicht krijgen, de ene keer al meer dan de andere, volgens de graad van ontvankelijkheid die Hij ons schenkt. Zo worden we nu eens opgetild, en dan weer aan terugval overgelaten.


    Zo complex is die mengeling binnen in ons, dat we door deze wisselende gemoedsgesteltenissen ternauwernood beseffen waar we staan, wijzelf en de anderen. Alleen dan weten we het, als we ons in een heilige act van bewust instemmen bij God aansluiten wanneer we Hem voelen en uit heel ons hart, heel onze ziel en al onze krachten oprecht mét Hem willen zijn. … Zo blijven wij in deze warboel steken, alle dagen van ons leven.

    Julian of Norwich

    BeantwoordenVerwijderen