Mogelijkheid tot delen met betrekking tot het Dagelijks Bijbelcitaat
woensdag, 26 december 2012
Uit het evangelie volgens Johannes 1, 14 Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
' Het Woord is mens geworden. .' Zal ik tijdens mijn leven deze Waarheid ooit te volle mogen begrijpen? Mijn hart lijkt te eng en dreigt te breken bij de kennis van de Waarheid; enkel na mijn dood hoop ik ten volle die grootheid te kunnen bevatten.
Johannes getuigt van zijn geloof : de menswording van god. De grootheid van dit gebeuren is niet duidelijk in Bethlehem : het was in een stal Maar goedheid en waarheid was er toch al : Een boorling omgeven door de liefde en zorg van z'n ouders. Of het waar is dat er een engel aan de herders verscheen ? En dat een ster bleef stil staan ? Dat is misschien niet wat Johannes geloofde Maar in goedheid en waarheid heeft Gods zoon onder ons gewoond. Uit de schoot van een eenvoudig joods meisje is hij geboren, in een eenvoudig gezin van een timmerman, met broers en zussen allicht Opgroeiend tot een man die zich eenvoudig liet dopen, en dan een simpele boodschap begon te prediken, niet voor geleerden en heiligen, maar voor zieken en zondaars Goedheid en waarheid - dat was zijn grootsheid. Meer niet.
Jezus hield van Johannes ,Jezus liet hem tegen Zijn borst rusten bij het laatste Avondmaal (Joh 13,23), ontving Johannes overvloedig [de gaven van de heilige Geest] intelligentie en wijsheid (Jes 11,2). De intelligentie om de Schrift te leren verstaan, de wijsheid om zijn eigen boeken met bewonderenswaardige kunst te leren redigeren. Eerlijk gezegd had hij deze gave pas ontvangen op het moment dat hij aan de borst van de Heer rustte, als gevolg daarvan heeft hij kunnen putten uit dat hart, waarin “alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen” (Kol 2,3). Toen hij zei dat hij bij het binnengaan van het graf “zag en geloofde”, herkende hij dat “ze uit de Schrift nog niet hadden begrepen dat Hij uit de dood moest opstaan” (Joh 20,9). Evenals de andere apostelen heeft Johannes zijn volledige portie ontvangen toen de heilige Geest kwam [met Pinksteren], toen de genade aan een ieder werd gegeven “naar de maat waarmee Christus geeft” (Ef 4,7).
Johannes de leerling die "tot de kennis van Gods mysterie doordrong: in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen" (Kol 2,2-3) Zouden we tijdens ons leven via Johannes méér en beter kunnen de Waarheid kunnen bevatten?
' Het Woord is mens geworden. .' Zal ik tijdens mijn leven deze Waarheid ooit te volle mogen begrijpen? Mijn hart lijkt te eng en dreigt te breken bij de kennis van de Waarheid; enkel na mijn dood hoop ik ten volle die grootheid te kunnen bevatten.
BeantwoordenVerwijderenJohannes getuigt van zijn geloof : de menswording van god.
BeantwoordenVerwijderenDe grootheid van dit gebeuren is niet duidelijk in Bethlehem : het was in een stal
Maar goedheid en waarheid was er toch al : Een boorling omgeven door de liefde en zorg van z'n ouders.
Of het waar is dat er een engel aan de herders verscheen ? En dat een ster bleef stil staan ? Dat is misschien niet wat Johannes geloofde
Maar in goedheid en waarheid heeft Gods zoon onder ons gewoond.
Uit de schoot van een eenvoudig joods meisje is hij geboren, in een eenvoudig gezin van een timmerman, met broers en zussen allicht
Opgroeiend tot een man die zich eenvoudig liet dopen, en dan een simpele boodschap begon te prediken, niet voor geleerden en heiligen, maar voor zieken en zondaars
Goedheid en waarheid - dat was zijn grootsheid. Meer niet.
Jezus hield van Johannes ,Jezus liet hem tegen Zijn borst rusten bij het laatste Avondmaal (Joh 13,23),
BeantwoordenVerwijderenontving Johannes overvloedig [de gaven van de heilige Geest] intelligentie
en wijsheid (Jes 11,2). De intelligentie om de Schrift te leren verstaan,
de wijsheid om zijn eigen boeken met bewonderenswaardige kunst te leren
redigeren. Eerlijk gezegd had hij deze gave pas ontvangen op het moment dat
hij aan de borst van de Heer rustte, als gevolg daarvan heeft hij kunnen
putten uit dat hart, waarin “alle schatten van wijsheid en kennis verborgen
liggen” (Kol 2,3). Toen hij zei dat hij bij het binnengaan van het graf
“zag en geloofde”, herkende hij dat “ze uit de Schrift nog niet hadden
begrepen dat Hij uit de dood moest opstaan” (Joh 20,9). Evenals de andere
apostelen heeft Johannes zijn volledige portie ontvangen toen de heilige
Geest kwam [met Pinksteren], toen de genade aan een ieder werd gegeven
“naar de maat waarmee Christus geeft” (Ef 4,7).
Johannes de leerling die "tot de kennis van Gods mysterie doordrong: in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen" (Kol 2,2-3)
Zouden we tijdens ons leven via Johannes méér en beter kunnen de Waarheid kunnen bevatten?