2, 9-10
Nadat de magiers geluisterd hadden naar wat de
koning hun opdroeg, gingen ze op weg, en nu ging
de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat
hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was.
Toen ze dat zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde.
Welk een grote hoop en vertrouwen hadden de magiérs,ze volgden de ster ,in de duisternis.
BeantwoordenVerwijderenWelk een grote wijsheid hadden die magiérs!ze knielden en aanbaden de Koning van het heelal.
Knielen voor Jezus!elke knie zal buigen ,elke tong belijden dat Jezus is de Heer,en hier zijn de eerste uit alle volkeren die knielen,en belijden dat Jezus is de Heer,laten ook wij knielen,en Hem aanbidden.
Hoe moeilijk maken wij het ons zelf eigenlijk.
BeantwoordenVerwijderenOp ons pad schijnt altijd het licht van onze persoonlijke ster.
Als wij ons hart nu eerst openstellen en de ster naar binnen laten schijnen en dan dat licht volgen.
De antwoorden zijn dan toch duidelijk zichtbaar waar de ster hier en daar stilstaat? Buigen wij ons dan diep innerlijk uit dankbaarheid?
Zo eenvoudig en toch niet............